ECLI:NL:RBLIM:2025:2974 - Rechtbank Limburg - 16 maart 2025
Uitspraak
Uitspraak inhoud
Familie en jeugd
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: C/03/339092 / FA RK 25-335
Beschikking van 17 maart 2025
op het verzoek van:
[verzoekster], wonende te [plaatsnaam] , Slowakije , hierna te noemen verzoekster, advocaat: mr. T.A.A.J.M. Weierink.
1 Het verloop van de procedure
1.1. Dit blijkt uit het volgende:
- het verzoekschrift, binnengekomen bij de rechtbank op 12 februari 2025.
2 Het verzoek
2.1. Verzoekster verzoekt te bepalen dat haar [tweede voornaam] komt te vervallen en dat enkel de [eerste voornaam] behouden blijft en de ambtenaar van de burgerlijke stand te gelasten om deze wijziging aan de geboorteakte toe te voegen.
3 De vaststellingen en overwegingen
Rechtsmacht en toepasselijk recht
3.1. Verzoekster is in Nederland geboren en zij heeft de Nederlandse nationaliteit. Op grond van artikel 3, aanhef en sub c, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) acht de rechtbank zich mede gelet op de aard van het verzoek – welk verzoek bij toewijzing leidt tot aanpassing van een in de registers van de Nederlandse burgerlijke stand opgenomen geboorteakte – voldoende aanknopingspunten met de Nederlandse rechtssfeer aanwezig om van het verzoek tot voornaamswijziging kennis te nemen.
3.2. Op grond van artikel 10:20 van het Burgerlijk Wetboek (BW) is Nederlands recht op het verzoek tot voornaamswijziging van toepassing.
3.3. Uit een overgelegd uittreksel uit het register van geboorten van de [gemeente] blijkt, dat in die gemeente op [geboortedatum] 1974 is geboren: [verzoekster] .
3.4. Artikel 1:4, vierde lid, BW geeft de rechter de (discretionaire) bevoegdheid op verzoek van de betrokken persoon of van zijn wettelijke vertegenwoordiger de wijziging te gelasten van de voornamen. De verzoeker dient bij zo’n verzoek een zwaarwichtig belang te hebben. Bepalend bij de vraag of sprake is van een zwaarwichtig belang, is de mate van ongemak en/of overlast die de betrokkene in het dagelijks leven van zijn voornaam ondervindt. Daarbij dienen alle feiten en omstandigheden te worden meegewogen. Daarnaast dient het verzoek te worden getoetst aan artikel 1:4 lid 2 BW.
3.5. De rechtbank is van oordeel dat uit het verzoekschrift voldoende blijkt dat verzoekster een zwaarwegend belang heeft bij wijziging van de voornamen. Verzoekster heeft aangegeven dat ze gedurende haar jeugdjaren jarenlang traumatische gebeurtenissen heeft meegemaakt. Zij is gedurende haar jeugd langdurig seksueel misbruikt. Dit misbruik had plaats binnen het familieverband. De moeder van verzoekster was tezamen met de opa moederszijde bij dit misbruik betrokken. Naast het seksueel misbruik was er sprake van emotionele verwaarlozing en manipulatie van verzoekster door haar moeder. In plaats van het bieden van veiligheid en bescherming stelde zij haar dochter bloot aan onveilige en onwenselijke situaties. Als gevolg van vorenstaande gebeurtenissen is het contact tussen moeder en dochter verbroken. Het seksueel misbruik en de jarenlange emotionele verwaarlozing en manipulatie heeft een ernstige psychologische en emotionele impact op haar gehad. Het dragen van de naam van haar moeder (2e voornaam) blijft haar voortdurend herinneren aan haar moeder. Het voeren van de naam/ het vermeld zien staan van de naam van haar moeder op de geboorteakte hetzij op andere officiële documentatie werkt als een ‘trigger’ en staat verder herstel / verwerking van het trauma in de weg. De rechtbank zal het verzoek dan ook toewijzen, nu het ook niet strijdig is met de wet.
3.6. Op grond van artikel 1:4 lid 4 BW geschiedt de wijziging van de voornamen doordat van de beschikking een latere vermelding aan de akte van geboorte van de betrokken persoon wordt toegevoegd, overeenkomstig artikel 1:20a lid 1 BW. In verband daarmee dient de griffier niet eerder dan drie maanden na de dag van deze beschikking, en voor zover daartegen geen hoger beroep is ingesteld, een afschrift van de beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de [gemeente] .
4 De beslissing
De rechtbank:
4.1. gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de [gemeente] de [eerste voornaam] van [verzoekster] , geboren te [gemeente] op [geboortedatum] 1974, te schrappen, zodat verzoekster voortaan zal heten: [nieuwe naam verzoekster] ;
4.2. bepaalt dat de griffier niet eerder dan drie maanden na de dag van deze beschikking, en voor zover daartegen geen hoger beroep is ingesteld, een afschrift daarvan zal zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de [gemeente] , in verband met de toevoeging aan de geboorteakte van het kind van de latere vermelding betreffende de wijziging van de voornaam.