ECLI:NL:RBAMS:2024:2324 - Rechtbank Amsterdam - 25 april 2024
Uitspraak
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
Bestuursrecht
zaaknummers: AMS 23/6717 en 23/6722
[eiser 1] en [eiser 2] , uit Muiden, eisers
en
Waternet, namens het dagelijks bestuur van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht, verweerder (Waternet) (gemachtigden: [gemachtigden verweerder] ).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: gemeente Gooise Meren (de gemeente),
(gemachtigde: [gemachtigde] ).
Inleiding
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van eisers tegen een door Waternet aan de gemeente verleend maatwerkbesluit.
Met een besluit van 14 maart 2023 heeft Waternet met een maatwerkbesluit toestemming verleend voor de plaatsing van een kanosteiger ter hoogte van [adres] [huisnummer] in Muiden.
Met de bestreden besluiten van 5 oktober 2023 heeft Waternet de bezwaren van eisers daartegen ongegrond verklaard.
Waternet heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift. De gemeente heeft ook schriftelijk gereageerd.
De rechtbank heeft de beroepen op 19 maart 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eisers, de gemachtigden van Waternet en de gemachtigde van de gemeente.
Beoordeling door de rechtbank
1. De rechtbank beoordeelt of Waternet het maatwerkbesluit op goede gronden heeft genomen. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eisers.
2. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond. Dit betekent dat eisers geen gelijk krijgen. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Wat aan deze procedure voorafging
3. In 2017 heeft de gemeente onder bewoners van de wijk [naam wijk] in Muiden een enquête uitgezet, met als doel de wijk op te knappen naar de ideeën van de bewoners en belanghebbenden in de wijk. In navolging hiervan heeft de gemeente op 23 januari 2023 een aanvraag ingediend bij Waternet voor de aanleg van een kanosteiger in het water, ter hoogte van [adres] [huisnummer] in Muiden.
4. Op 14 maart 2023 heeft Waternet een maatwerkbesluit genomen voor het plaatsen van de steiger. Waternet heeft daarbij toegestaan dat de steiger niet van het open type is, maar T-vormig, met aan het eind een loopplank met een lengte van 4 meter en een breedte van 1 meter. Met het bestreden besluit is Waternet bij het maatwerkbesluit gebleven. Wel heeft Waternet de gemeente een aanvullende compensatiemaatregel opgelegd.
Standpunt van eisers
5. Eisers wonen nabij de locatie waar de kanosteiger gerealiseerd is. Zij zijn het met de aanleg van de steiger niet eens en zijn daarom in beroep gegaan bij de rechtbank. [eiser 1] maakt zich met name zorgen over de ecologische gevolgen van de plaatsing van de kanosteiger en voert aan dat de dieren en vissen hierdoor ernstig gestoord worden. Eisers verwachten verder dat de kanosteiger leidt tot overlast en vinden dat de noodzaak tot het aanleggen van de kanosteiger ontbreekt.
Wettelijk kader
6. Bij beoordeling van deze beroepen moet de rechtbank uitgaan van de Keur. Hierin staan regels die Waternet hanteert. De Keur gaat onder andere over het gebruik en onderhoud van water. De regels van de Keur zijn nader uitgewerkt in het Keurbesluit. De relevante artikelen van de Keur en het Keurbesluit staan opgenomen in een bijlage bij deze uitspraak.
Overwegingen
7. De rechtbank overweegt dat voor het plaatsen van een steiger in het water geen vergunning vereist is als de steiger voldoet aan de in het Keurbesluit genoemde voorwaarden.
8. Eisers kunnen zich vinden in de compensatiemaatregel, maar volgens [eiser 1] is de kanosteiger niet aangebracht in overeenstemming met het maatwerkbesluit. Zo is 45 vierkante meter riet weggehaald. Op de zitting heeft Waternet bevestigd dat geen riet met kluit mag worden weggehaald. Voor zover bekend bij Waternet is er geen kluit weggehaald. De rechtbank kan op deze grond van [eiser 1] niet ingaan. De rechtbank beoordeelt in deze zaak namelijk alleen of Waternet, gelet op de regels die zijn gesteld in de Keur en het Keurbesluit, een maatwerkbesluit mocht nemen waarmee het de gemeente toestaat een kanosteiger aan te leggen. Of de gemeente de kanosteiger in overeenstemming met de voorwaarden die daarvoor in het maatwerkbesluit zijn gesteld heeft aangelegd mag de rechtbank dus niet beoordelen. Indien [eiser 1] van mening is dat dit niet het geval is, dan ligt het op zijn weg bij Waternet een handhavingsverzoek in te dienen.
9. Eisers voeren aan dat de buurtbewoners geen behoefte hebben aan een kanosteiger en dat er in de buurt al een andere steiger aanwezig is. Het plaatsen van de kanosteiger is dus zonde van het gemeenschapsgeld. Verder was tijdens het participatieproces onduidelijk op welke locatie de kanosteiger precies zou komen. Eisers vrezen verder overlast in de vorm van geluidsoverlast en zwerfafval. Waternet heeft er terecht op gewezen dat deze belangen niet mee kunnen spelen bij de beoordeling, omdat dit geen waterstaatkundige belangen zijn. Zoals de rechtbank hiervoor al heeft overwogen kan Waternet alleen uitgaan van de Keur en het Keurbesluit. Hierin staan geen regels over de omstandigheden die eisers aanvoeren. De Keur en het Keurbesluit zijn een nadere uitwerking van de Waterwet. Volgens die wet mag Waternet in zijn besluitvorming niet meer belangen betrekken dan de belangen die voortvloeien uit de doelstellingen van de Waterwet, namelijk - voor zover hier relevant - de bescherming en verbetering van de ecologische kwaliteit van watersystemen.
10. Nu partijen het over de gestelde compensatiemaatregel eens zijn, bestaan er geen waterstaatkundige bezwaren tegen het maatwerkbesluit. Waternet heeft het maatwerkbesluit waarmee het de gemeente toestaat een kanosteiger aan te leggen dus terecht genomen.
Conclusie en gevolgen
11 . De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond. Eisers krijgen daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgen ook geen vergoeding van hun proceskosten. Beslissing
De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.L. Fernig - Rocour, rechter, in aanwezigheid vanmr.C.J. van ‘t Hoff, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 26 april 2024.
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.
Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving
Waterwet
Artikel 2.1
Artikel 6.21
Een vergunning wordt geweigerd, voor zover verlening daarvan niet verenigbaar is met de doelstellingen in artikel 2.1 of de belangen, bedoeld in artikel 6. 11 .
Keur
Artikel 2.31 (beperkingengebiedactiviteiten oppervlaktewaterlichamen)
Verboden activiteiten In dit artikel regelt het waterschap welke activiteiten verboden zijn in of bij oppervlaktewaterlichamen, tenzij de initiatiefnemer een vergunning krijgt of er een vrijstelling voor geldt. De regels verschillen voor primaire wateren, secundaire wateren en beschermingszones. De belangrijkste zijn: (…) Voor primaire en secundaire wateren en hun beschermingszone: Bouwwerken plaatsen, hebben of verwijderen: Het gaat hier om duikers, dammen, bruggen, steigers, beschoeiing, voorzieningen voor schaatsers of recreatievaart en dergelijke. De belangrijkste risico’s zijn dat ze een belemmering kunnen vormen voor de aan- en afvoer van water, voor het vaarverkeer en voor het onderhoud en dat ze schade kunnen veroorzaken aan de ecologische kwaliteit van het watersysteem (…)
Artikel 2.40 (vrijstelling beperkingengebied activiteiten)
Vrijstelling onder voorwaarden Het dagelijks bestuur kan besluiten dat voor bepaalde verboden activiteiten een (collectieve) vrijstelling geldt van het verbod, waarbij activiteitgerichte specifieke zorgplichten gelden in aanvulling op de objectgerichte specifieke zorgplichten. De activiteitgerichte specifieke zorgplichten zijn er op gericht dat de oogmerken niet in gevaar komen. Voor sommige activiteiten geldt een meldingsplicht.
Artikel 2.42 (maatwerkvoorschriften)
Keurbesluit
Artikel 2.18 (reikwijdte)
secundaire wateren; primaire wateren; de kernzone en beschermingszone van waterkerende dijklichamen; en de kernzone en beschermingszone van half-verholen waterkeringen, (…)
Artikel 2.19 (specifieke zorgplicht voor steigers en afmeerpalen)
(…)
3. De plicht, bedoeld in lid 1, houdt voor het aanbrengen, hebben, wijzigen en vervangen van steigers en afmeerpalen in ieder geval in, dat, in
het boezemsysteem, buiten de in Knelpuntenkaart boezemsysteem aangewezen gebieden, zoals opgenomen op Kaart 3,
(…)
buiten het leggerprofiel:
(…) 3º. steigers in groene oeverzones van het open type zijn zoals aangegeven in bijlage I; (…)
Artikel 2.18, eerste lid, aanhef en onder a, van het Keurbesluit.
Artikel 2.19, derde lid, aanhef, onder d en onder 3º, van het Keurbesluit.
Artikel 2.42 van de Keur.
Artikel 2.1 van de Waterwet.
Zie bijvoorbeeld een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van2 mei 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BW4559.