ECLI:NL:HR:2025:1327 - Hoge Raad - 3 oktober 2025
Arrest
Formele relaties
Arrest inhoud
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer24/01828 Datum3 oktober 2025
ARREST
in de zaak van
[X] (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 27 maart 2024, nr. BK-23/726
1 Geding in cassatie
Belanghebbende, vertegenwoordigd door P.A. van Ginkel, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P] , heeft een verweerschrift ingediend.
De Advocaat-Generaal R.J. Koopman heeft op 11 oktober 2024 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten falen op de gronden die zijn vermeld in het arrest dat de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken in de zaak met nummer 24/01831, ECLI:NL:HR:2025:1328.
3 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
4 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.R. van Eijsden als voorzitter, en de raadsheren M.W.C. Feteris, M.T. Boerlage, A.E.H. van der Voort Maarschalk en W.A.P. van Roij, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier J.P.J. van Kampen, en in het openbaar uitgesproken op 3 oktober 2025.
ECLI:NL:GHDHA:2024:646.
ECLI:NL:PHR:2024:1055.