Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2024:245 - Hoge Raad - 16 februari 2024

Arrest

ECLI:NL:HR:2024:24516 februari 2024

Arrest inhoud

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 23/04174 Datum 16 februari 2024

BESCHIKKING

In de zaak van

[verzoekster], wonende op een geheim adres, VERZOEKSTER tot cassatie, hierna: verzoekster,

tegen

JEUGDBESCHERMING REGIO AMSTERDAM, gevestigd te Amsterdam.

1 Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar: a. de beschikking in de zaken C/15/330898 / FA RK 22-3745 en C/15/332608 / FA RK 22/4674 van de rechtbank Noord-Holland van 15 februari 2023; b. de beschikking in de zaak 200.323.851/01 van het gerechtshof Amsterdam van 18 juli 2023. Verzoekster heeft tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld. De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal M.H. Wissink strekt tot niet-ontvankelijkheid van verzoekster in haar cassatieberoep.

2 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

De door verzoekster langs elektronische weg ingediende procesinleiding voldoet niet aan de eisen van art. 426a lid 1 Rv, nu deze niet is getekend door een advocaat bij de Hoge Raad. Dit verzuim kon worden hersteld door dezelfde procesinleiding met inachtneming van de vereisten van de art. 397 lid 1 en 426a lid 1 Rv opnieuw in te dienen. Verzoekster heeft evenwel geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om het verzuim binnen twee weken te herstellen. Dit brengt mee dat zij in haar beroep niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in haar beroep.

Deze beschikking is gegeven door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren H.M. Wattendorff en F.R. Salomons, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op 16 februari 2024.