Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2023:892 - Hoge Raad - 9 juni 2023

Arrest

ECLI:NL:HR:2023:8929 juni 2023Deze uitspraak is in 4 latere zaken aangehaald

Arrest inhoud

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 21/01700 Datum 9 juni 2023

ARREST

In de zaak van

[eiser], wonende te [woonplaats], EISER tot cassatie, hierna: [eiser],

tegen

STICHTING SCHADEREGELINGSKANTOOR VOOR RECHTSBIJSTANDVERZEKERING, gevestigd te Zoetermeer, VERWEERSTER in cassatie.

1 Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar: a. de vonnissen in de zaak C/09/552985 / HA ZA 18-543 van de rechtbank Den Haag van 19 september 2018 en 24 oktober 2018 b. het arrest in de zaak 200.262.916/01 van het gerechtshof Den Haag van 13 oktober 2020. [eiser] heeft tegen het arrest van het hof cassatieberoep ingesteld. De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal M.H. Wissink strekt tot niet-ontvankelijkheid van [eiser] in zijn cassatieberoep. [eiser] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd. Nu deze reactie niet door een advocaat bij de Hoge Raad is ingediend, zal de Hoge Raad daarop geen acht slaan.

2 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

Het cassatieberoep is niet ingesteld op de in art. 30c lid 1 Rv zoals dat luidde ten tijde van de indiening van de procesinleiding (thans art. 397 lid 1 Rv) voorgeschreven wijze, te weten door indiening van een procesinleiding langs elektronische weg. Ook voldoet de procesinleiding niet aan de eisen van art. 407 lid 3 Rv, nu daarin niet een advocaat bij de Hoge Raad is aangewezen die [eiser] in het geding in cassatie zal vertegenwoordigen. Deze verzuimen konden worden hersteld door dezelfde procesinleiding met inachtneming van de vereisten van de art. 30c (oud) en 407 lid 3 Rv opnieuw in te dienen. [eiser] heeft evenwel geen gebruik gemaakt van de geboden mogelijkheid om de verzuimen binnen twee weken te herstellen. Dit brengt mee dat hij in zijn beroep niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart [eiser] niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Dit arrest is gewezen door de raadsheren H.M. Wattendorff, als voorzitter, S.J. Schaafsma en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op 9 juni 2023.