Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2023:308

Arrest

ECLI:NL:HR:2023:30824 februari 2023Deze uitspraak is in 3 latere zaken aangehaald

Arrest inhoud

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 22/04166 Datum 24 februari 2023

ARREST

In de zaak van

[eiser], wonende te [woonplaats], EISER tot cassatie, hierna: [eiser],

tegen

STICHTING TRIVIRE, gevestigd te Dordrecht.

1 Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar: a. de vonnissen in de zaak 8912038 / CV EXPL 20-6051 van de kantonrechter te Rotterdam van 7 januari 2021 en 11 februari 2021; b. het arrest in de zaak 200.292.753/01 van het gerechtshof Den Haag van 29 maart 2022. [eiser] heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld. De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers strekt ertoe dat eiser tot cassatie in zijn cassatieberoep niet-ontvankelijk zal worden verklaard.

2 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

Het cassatieberoep is niet ingesteld op de in art. 30c lid 1 Rv voorgeschreven wijze, te weten door indiening van een procesinleiding langs elektronische weg. Ook voldoet de procesinleiding niet aan de eisen van art. 407 lid 3 Rv, nu daarin niet een advocaat bij de Hoge Raad is aangewezen die [eiser] in het geding in cassatie zal vertegenwoordigen. Deze verzuimen konden worden hersteld door dezelfde procesinleiding met inachtneming van de vereisten van de art. 30c en 407 lid 3 Rv opnieuw in te dienen. [eiser] heeft evenwel geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de verzuimen binnen twee weken te herstellen. Dit brengt mee dat hij in zijn beroep niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart [eiser] niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren H.M. Wattendorff en A.E.B. ter Heide, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op 24 februari 2023.