Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2023:1652

Arrest

ECLI:NL:HR:2023:165228 november 2023

Arrest inhoud

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

STRAFKAMER

Nummer21/04005 Datum28 november 2023

ARREST

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 13 september 2021, nummer 20-004021-19, in de strafzaak

tegen

[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1966, hierna: de verdachte.

1 Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft M. Kuipers, advocaat te Arnhem, bij schriftuur en aanvullende schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. Het eerste cassatiemiddel is schriftelijk toegelicht. De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft bij conclusie van 12 september 2023 geconcludeerd tot verwerping van het beroep en bij conclusie van 7 november 2023 aanvullend geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak van het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch en van het vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, van 10 december 2019 en tot niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie in de vervolging.

2 Overlijden van de verdachte

Volgens een aan de Hoge Raad overgelegd, door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] gewaarmerkt afschrift van een akte van de burgerlijke stand van die gemeente is de verdachte op 22 november 2022 overleden. Daarom is op grond van artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht in deze zaak het recht tot strafvordering vervallen.

3 Beslissing

De Hoge Raad:

  • vernietigt de uitspraak van het hof en de uitspraak van de rechtbank ‘s-Hertogenbosch van 10 december 2019;
  • verklaart het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging.

Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en M. Kuijer, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 november 2023.