Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2016:728

Arrest

ECLI:NL:HR:2016:72822 april 2016Deze uitspraak is in 2 latere zaken aangehaald

Arrest inhoud

22 april 2016

Eerste Kamer

15/05687

EE

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

[eiser],wonende te [woonplaats], EISER tot cassatie.

Eiser zal hierna ook worden aangeduid als [eiser].

1 Het geding

Bij exploot van 1 december 2015 heeft [eiser] een cassatiedagvaarding uitgebracht. De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot nietigverklaring van de op 1 december 2015 uitgebrachte dagvaarding.

2 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

Ingevolge art. 75 Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg staat tegen een beslissing van het centrale tuchtcollege geen andere voorziening open dan cassatie in het belang der wet. [eiser] dient derhalve in zijn beroep niet-ontvankelijk te worden verklaard.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart [eiser] niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, M.V. Polak en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op 22 april 2016.