ECLI:NL:HR:2016:2114
Arrest
Genoemde wetsartikelen
Arrest inhoud
16 september 2016
Nr. 16/02708
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 24 februari 2016, nr. 15/2624 WAO, betreffende een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (hierna: de WAO).
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Centrale Raad beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
2 Beoordeling van de klachten
Ingevolge artikel 87f van de WAO kan beroep in cassatie worden ingesteld tegen uitspraken van de Centrale Raad ter zake van schending of verkeerde toepassing van de artikelen 1, derde tot en met zevende lid, 2 tot en met 11 en 13, eerste lid, van die wet en de daarop berustende bepalingen. Het onderhavige cassatieberoep is echter niet ingesteld ter zake van schending of verkeerde toepassing van een of meer van voormelde bepalingen. De klachten kunnen derhalve niet tot cassatie leiden.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
4 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en J. Wortel, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 16 september 2016.