Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2005:AT2974

Arrest

ECLI:NL:HR:2005:AT297424 mei 2005Deze uitspraak is in 3 latere zaken aangehaald

Genoemde wetsartikelen

Arrest inhoud

24 mei 2005

Strafkamer

nr. 03202/04 E

LR/AG

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, Economische Kamer, van 8 september 2004, nummer 23/000351-03, in de strafzaak tegen:

[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1965, wonende te [woonplaats].

1. De bestreden uitspraak

Het Hof heeft in hoger beroep - met vernietiging van een vonnis van de Economische Politierechter in de Rechtbank te Amsterdam van 18 oktober 2002 - het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard in zijn vervolging.

2. Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof. Deze heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De raadsman van de verdachte, mr. G.P. Hamer, advocaat te Amsterdam, heeft het cassatieberoep tegengesproken.

De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam, teneinde opnieuw te worden berecht en afgedaan.

De conclusie is aan dit arrest gehecht.

3. Beoordeling van het middel

3.1. Het middel houdt in dat het Hof ten onrechte, althans ontoereikend gemotiveerd, heeft geoordeeld dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging.

3.2. Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:

"hij op of omstreeks 11 november 2000 te Amsterdam, al dan niet opzettelijk, zich heeft ontdaan van papier (een kopie van een proces-verbaal), althans een afvalstof door deze toen op en/of in de omgeving van de Prins Hendrikkade - anders dan binnen een inrichting - op de bodem te brengen."

3.3. Het middel treft doel op de gronden als vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 3.4 en 3.5.

4. Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.

5. Beslissing

De Hoge Raad:

Vernietigt de bestreden uitspraak;

Wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam, Economische Kamer, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.

Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren G.J.M. Corstens en J.W. Ilsink, in bijzijn van de waarnemend griffier A. Dantuma-Hieronymus, en uitgesproken op 24 mei 2005.