Terug naar bibliotheek
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
ECLI:NL:GHSHE:2024:2820 - Gerechtshof 's-Hertogenbosch - 5 september 2024
Arrest
ECLI:NL:GHSHE:2024:2820•5 september 2024
Arrest inhoud
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Team Handelsrecht
Uitspraak : 5 september 2024
Zaaknummer : 200.337.140/01
Zaaknummer eerste aanleg : 10603258 \ AZ VERZ 23-38
in de zaak in hoger beroep van:
[de werknemer] ,
wonende te [woonplaats] ,
appellant in principaal hoger beroep,
verweerder in incidenteel hoger beroep,
hierna aan te duiden als [de werknemer] ,
advocaat: mr. E. Schouten te Dordrecht,
tegen
[B.V.] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verweerster in principaal hoger beroep,
appellante in incidenteel hoger beroep,
hierna aan te duiden als [de werkgever] ,
advocaat: mr. S. Wouters te 's-Hertogenbosch.
Het hof heeft in deze zaak op 1 augustus 2024 een beschikking gegeven.
Bij bericht van 15 augustus 2024 is namens [de werknemer] verzocht om verbetering van de vaststelling van het salaris advocaat bij de proceskostenveroordeling ten laste van [de werknemer] in rov. 3.14.1. van de beschikking van 1 augustus 2024, op grond van artikel 31 Rv. Het hof heeft [de werknemer] veroordeeld in de proceskosten, begroot op 2,0 punten x tarief VII en vastgesteld op € 11.370,00. Dat bedrag berust volgens [de werknemer] op een kennelijke fout die zich leent voor eenvoudig herstel. Sinds 1 februari 2024 geldt voor tarief VII een liquidatietarief van € 5.286,00 per punt. Het hof had de proceskosten dus moeten vaststellen op 2,0 x € 5.286,00 = € 10.572,00. [de werkgever] heeft zich bij brief van 22 augustus 2024 voor wat betreft de hoogte van het liquidatietarief aan het oordeel van het hof gerefereerd.
Het hof is van oordeel dat er in rov. 3.14.1. en in het dictum onder 4.4. van de beschikking van 1 augustus 2024 sprake is van een kennelijke rekenfout die zich voor eenvoudig herstel leent. De beschikking zal daarom worden verbeterd als in de beslissing vermeld. Voor het overige blijft de beschikking, ook voor wat betreft de datum van uitspraak, geheel in stand.
In de brief van 22 augustus 2024 heeft [de werkgever] het hof verzocht om bij de toepassing van het liquidatietarief het aantal punten bij te stellen van 2,0 naar 2,5, omdat in de puntentelling ten onrechte de akte met bijzondere inhoud van [de werknemer] van 6 juni 2024 niet zou zijn betrokken. Het hof begrijpt dat [de werkgever] doelt op de brief met producties 43-51 van [de werknemer] van 6 juni 2024.
Het hof wijst het verzoek van [de werkgever] af. Er is geen sprake van een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent. [de werkgever] legt dat overigens ook niet aan het verzoek ten grondslag.
De beslissing
Het hof:
bepaalt dat in rov. 3.14.1. van de tussen partijen gewezen beschikking van 1 augustus 2024 het bedrag van € 11.370,00 moet worden verbeterd en gewijzigd in € 10.572,00 en dat in het dictum van de tussen partijen gewezen beschikking van 1 augustus 2024 onder 4.4. het bedrag van € 12.346,00 moet worden verbeterd en gewijzigd in € 11.548,00;
bepaalt dat deze verbetering onder vermelding van de datum 5 september 2024 wordt vermeld op de minuut van de beschikking van 1 augustus 2024;
bepaalt dat partijen de grosse van de beschikking van 1 augustus 2024 aan het hof moeten retourneren voor zover zij dat nog niet hebben gedaan.
Deze beschikking is gegeven door mrs. M. van der Schoor, P.P.M. Rousseau en M. Breur en is in het openbaar uitgesproken op 5 september 2024.