ECLI:NL:GHDHA:2023:498 - Gerechtshof Den Haag - 13 maart 2023
Arrest
Arrest inhoud
Rolnummer: 22-000492-22
Parketnummer: 09-323653-21
Datum uitspraak: 13 maart 2023
TEGENSPRAAK
Gerechtshof Den Haag
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag van 18 februari 2022 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] ( [land] ) op [geboortedatum] 1977, thans zonder bekende vaste woon- of verblijfplaats hier te lande, verblijvende [verblijfplaats] .
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 1 december 2021, te Delfgauw, gemeente Pijnacker-Nootdorp van één of meerdere voorwerpen, te weten een voertuig (Dacia Logan) de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld en/of heeft verborgen en/of heeft verhuld, wie de rechthebbende op dit voorwerp c.q. deze voorwerpen is/zijn en/of dit voorwerp c.q. deze voorwerpen, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of daarvan gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden, dat dit voorwerp c.q. die voorwerpen, geheel of gedeeltelijk, onmiddellijk of middellijk, afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof onder meer komt tot een andere bewezenverklaring.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op of omstreeks 1 december 2021, te Delfgauw, gemeente Pijnacker-Nootdorp van één of meerdere voorwerpen, te weten een voertuig (Dacia Logan) de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld en/of heeft verborgen en/of heeft verhuld, wie de rechthebbende op dit voorwerp c.q. deze voorwerpen is/zijn en/of dit voorwerp c.q. deze voorwerpen, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of daarvan gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden, dat dit voorwerp c.q. die voorwerpen, geheel of gedeeltelijk, onmiddellijk of middellijk, afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op: witwassen.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan witwassen van een gestolen auto, een waardevol goed. Witwassen is een hinderlijk feit, terwijl een dergelijke daad ook getuigt van een volstrekt gebrek aan respect voor de eigendommen van anderen.
Het hof heeft in het nadeel van de verdachte acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 21 februari 2023, waaruit blijkt dat de verdachte eerder vele malen onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van soortgelijke feiten, tot aanzienlijke gevangenisstraffen. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden zich opnieuw aan een dergelijk feit schuldig te maken.
Anders dan de rechtbank en de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat sprake is van witwassen in plaats van schuldwitwassen. Gelet op de ernst van dit feit, de hardnekkige recidive van verdachte op het gebied van vermogensdelicten en in aanmerking genomen dat de verdachte heeft verklaard dat zijn cocaïneverslaving de belangrijkste oorzaak is voor zijn criminele levenswijze, terwijl uit niets blijkt dat deze verslaving is opgelost, is het hof van oordeel dat, mede uit hoofde van normhandhaving en vergelding, slechts een gevangenisstraf in aanmerking komt. Door de verdediging is aangevoerd dat de verdachte thans bezig zou zijn met (het verkrijgen van) werk, maar nu dit niet nader is onderbouwd en de verdachte – hoewel op de hoogte van de zitting in hoger beroep – ook niet is verschenen om daarover een nadere toelichting te geven, zal het hof daar geen rekening mee houden.
Het hof is - alles afwegende - van oordeel, dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 63 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden.
Dit arrest is gewezen door mr. A.J.M. Kaptein, mr. H.C. Plugge en mr. M. van der Horst, in bijzijn van de griffier mr. A.M. Grasman.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 13 maart 2023.