ECLI:NL:GHDHA:2022:2039 - Gerechtshof Den Haag - 18 oktober 2022
Arrest
Arrest inhoud
GERECHTSHOF DEN HAAG
Civiel Recht Team Handel
Zaaknummer : 200.274.564/01
Zaaknummer arbitrage : PCA Case No. 2017-16
beslissing van 18 oktober 2022
inzake
de Russische Federatie,
zetelende te Moskou, Russische Federatie, eiseres, hierna te noemen: de Russische Federatie, advocaat: voorheen mr. A.W. van der Veen te Amsterdam, thans zonder advocaat,
tegen
1.NJSC Naftogaz of Ukraine,
gevestigd te Kiev, Oekraïne,
2.National Joint Stock Company Chornomornaftogaz,
gevestigd te Kiev, Oekraïne,
- JSC Ukrtransgaz,
gevestigd te Kiev, Oekraïne,
- Likvo LLC,
gevestigd te oblast Charkov, Oekraïne,
- JSC Ukrgasvydobuvannya,
gevestigd te Kiev, Oekraïne,
- JSC Ukrtransnafta,
gevestigd te Kiev, Oekraïne,
- Subsidiary Company Gaz Ukraiiny,
gevestigd te Kiev, Oekraïne, gedaagden, hierna samen te noemen: Naftogaz c.s., advocaat: mr. M. van de Hel-Koedoot te Amsterdam.
Het hof heeft op 19 juli 2022 in bovengenoemde zaak arrest gewezen.
Bij brief van 2 augustus 2022 hebben Naftogaz c.s. verzocht het arrest te herstellen vanwege twee kennelijke fouten die zich voor eenvoudig herstel lenen (hierna: het verzoek). Het hof heeft het verzoek voor een reactie van de Russische Federatie op respectievelijk 15 en 18 augustus 2022 per e-mail verstuurd aan de voormalig advocaat van de Russische Federatie ter doorgeleiding van het verzoek aan de Russische Federatie, met de mededeling dat de Russische Federatie twee weken de tijd heeft om op het verzoek te reageren. Bij e-mail van 2 september 2022 afkomstig van het Prosecutor General’s Office of the Russian Federation is namens de Russische Federatie verzocht de reactietermijn te verlengen tot en met 16 september 2022. Het hof heeft daarop bij e-mail van 6 september 2022 geantwoord dat de reactietermijn is verlengd tot en met 16 september 2022. Binnen deze termijn heeft de Russische Federatie niet gereageerd op het verzoek.
Het hof heeft geconstateerd dat Naftogaz c.s. er in het verzoek terecht op wijzen, kort gezegd, dat (i) in r.o. 5.8.8.2 van het arrest op een verkeerde wijze is verwezen naar het rapport van dr. Fortuin en dat daaruit onjuist is geciteerd en (ii) dat in de derde volzin van r.o. 5.14.4 van het arrest is verwezen naar een verkeerd(e paragraaf van een) arbitraal vonnis. Deze fouten lenen zich voor eenvoudig herstel. Dit betekent dat het hof zal overgaan tot verbetering op de wijze als in het dictum bepaald.
De beslissing
Het hof:
verbetert r.o. 5.8.8.2 als volgt:
-
vervangt in de tweede volzin respectievelijk “BI 135” door “N-066” en “28” door “30”;
-
vervangt in het daarop volgende eerste citaat in de eerste volzin respectievelijk “eigendommen” door “activa”, “ investeringen” door “eigendommen” en “grens van Rusland en Oekraïne veranderde” door “Krim Russisch grondgebied werd”;
-
voegt in de eerste volzin van bedoeld (eerste) citaat na “Artikel 1(1)” toe “van het Verdrag”;
-
vervangt in de laatste volzin voor het tweede citaat “VII” door “VIII”;
-
voegt in de eerste, tweede en vierde volzin van het tweede citaat na “Artikel 1(1)” steeds toe “van het Verdrag”;
-
vervangt in de tweede volzin van het tweede citaat “dergelijke” door “dergelijk”;
verbetert r.o. 5.14.4, derde volzin, als volgt:
- vervangt respectievelijk “158” door “161”, “Interim” door “Partial”, “24” door “22” en “2017” door “2019”.
Deze verbetering wordt aangebracht op de minuut en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 18 oktober 2022.
Voor het overige blijft het arrest, ook wat betreft de datum van uitspraak, geheel in stand.
Deze beslissing is gegeven door mrs. D.A. Schreuder, P. Glazener en M.M. Olthof.