ECLI:NL:CRVB:2023:2532 - Centrale Raad van Beroep - 5 december 2023
Uitspraak
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
23/1628 ANW
Datum uitspraak: 6 december 2023
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 22/4123, 21 april 2023 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] ( Marokko ) (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
PROCESVERLOOP
Met een besluit van 3 maart 2022 heeft de Svb de aanvraag om toekenning van een nabestaandenuitkering afgewezen. Appellante heeft daartegen bezwaar gemaakt maar de Svb is met een besluit van 28 juli 2022 (bestreden besluit) bij de weigering gebleven.
Appellante heeft tegen dat besluit beroep ingesteld. De rechtbank heeft in de aangevallen uitspraak het beroep ongegrond verklaard.
Appellante heeft hoger beroep ingesteld. De Svb heeft een verweerschrift ingediend.
De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting van 10 november 2023. Appellante is niet verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. N. Zuidersma-Hovers.
OVERWEGINGEN
Samenvatting
In deze uitspraak volgt de Raad het oordeel van de rechtbank dat aan appellante terecht een nabestaandenuitkering is geweigerd. De overleden echtgenoot van appellante was op datum van overlijden niet verzekerd voor de ANW
Inleiding
1.1. Appellante woont in Marokko . De echtgenoot van appellante, geboren in 1932, heeft in Nederland gewoond en gewerkt en is op 1 juni 1991 naar Marokko teruggekeerd. Hij is daar op [overlijdensdatum] 2021 overleden. De echtgenoot van appellante ontving een ouderdomspensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet. Na zijn overlijden heeft appellante een nabestaandenuitkering aangevraagd op grond van de ANW.
1.2. Met een besluit van 3 maart 2022 heeft de Svb de aanvraag afgewezen, omdat de echtgenoot van appellante op de dag van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW. Het door appellante tegen deze beslissing gemaakte bezwaar is bij het bestreden besluit door de Svb ongegrond verklaard.
Uitspraak van de rechtbank
2. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard en daarmee het bestreden besluit in stand gelaten. De rechtbank heeft geoordeeld dat de echtgenoot van appellante op de dag van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW. De echtgenoot woonde of werkte op de datum van zijn overlijden niet meer in Nederland. Niet is gebleken dat de echtgenoot zich vrijwillig heeft laten verzekeren. Hij was ook niet verzekerd op basis van het ontvangen van een ouderdomspensioen op het moment van zijn overlijden, omdat dit niet meer mogelijk is vanaf 1 januari 2000. Op grond van de gegevens van de CNSS
Het standpunt van appellante
3. Appellante vindt dat zij recht heeft op een nabestaandenuitkering, omdat haar echtgenoot verzekerd is geweest voor de ANW. Zij heeft geen inkomen en moet drie minderjarige kinderen onderhouden. Zij is ziek en kan geen activiteiten ondernemen.
Het oordeel van de Raad
4. Wat appellante in hoger beroep heeft aangevoerd is een herhaling van de gronden die zij bij de rechtbank heeft ingebracht. Wat de rechtbank heeft geoordeeld is juist. Zowel in het bestreden besluit als in de aangevallen uitspraak is voldoende uiteengezet waarom de aanvraag van appellante om een nabestaandenuitkering niet voor toewijzing in aanmerking komt. Deze overwegingen worden overgenomen. Wat appellante in hoger beroep heeft aangevoerd, kan niet tot een ander oordeel leiden.
Conclusie en gevolgen
5.1. Het hoger beroep slaagt dus niet. De aangevallen uitspraak wordt bevestigd. Dit betekent dat de Svb terecht een nabestaandenuitkering aan appellante heeft geweigerd.
5.2. Appellante krijgt daarom geen vergoeding voor haar proceskosten. Zij krijgt ook het betaalde griffierecht niet terug.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door M.L. Noort, in tegenwoordigheid van S.S. Blok als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 6 december 2023.
(getekend) M.L. Noort
(getekend) S.S. Blok
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de datum van verzending beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (Postbus 20303, 2500 EH Den Haag) ter zake van schending of verkeerde toepassing van bepalingen over het begrip verzekerde.
DÉCISION
La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale) rejète la demande de révision.
Par conséquent, décidée par M.L. Noort comme membre, en présence de S.S. Blok en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 6 december 2023.
(signé) M.L. Noort
(signé) S.S. Blok
Les parties disposent d’un délai de six semaines à compter de la date d’envoi pour introduire un pourvoi en cassation contre cette décision devant la Cour de Cassation des Pays-Bas : Hoge Raad der Nederlanden (Postbus 20303, NL 2500 EH ’s-Gravenhage) au titre de la violation ou de la mauvaise application des dispositions concernant la notion d’assuré.
Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wettelijke regels
Algemene nabestaandenwet
Artikel 13 ANW
1. Verzekerd overeenkomstig de bepalingen van deze wet is degene, die
a. ingezetene is;
(…)
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan, in afwijking van het eerste en tweede lid, uitbreiding dan wel beperking worden gegeven aan de kring van verzekerden.
(…)
Algemene nabestaandenwet.
Caisse Nationale de Sécurité Sociale.